ZESDE NAAMVAL: LOCATIEF/PREPOSITIONAL

Taal
De zesde naamval, in het Russisch предложный падеж, is voor de meeste studenten de eerste die ze leren. De reden daarvoor is eenvoudig: de zesde naamval zelf is dat ook.

Perfectief en imperfectief

Taal
Dit komt vaak als een tegenvaller voor studenten Russisch: van (bijna) elk Russisch werkwoord zijn er twee. Die wel ongeveer hetzelfde betekenen, maar heel verschillende dingen uitdrukken. Dus moet je beide kennen, en van allebei de vervoegingen leren.

ш en щ: zoek de verschillen

Taal
De één een w met alleen rechte lijnen (net een E die omgevallen is), de ander hetzelfde met een staart of haak eraan. Of iets dergelijks. Niet alleen uiterlijk liggen ш en щ dicht bij elkaar, ook in klank. Zo dicht dat het onderscheid niet makkelijk te maken is.

Wederkerend en onovergankelijk: werkwoorden op -ся

Taal
Werkwoorden die betrekking hebben op het zelf heten wederkerend, in het Engels reflexive verbs, in het Russisch возвратные глаголы. Wederkerende werkwoorden hebben vaak een ‘zich‘ bij zich; die zich (of zichzelf, of elkaar) is in het Russisch werkwoord de -ся op het eind. Мыть is wassen, мыться zichzelf (of jezelf) wassen.

Vragen en vraagwoorden

Taal
Vragen stellen is niet moeilijk in het Russisch. Het enige verschil tussen vraag en mededeling kan de toon zijn. Ivan gaat naar de universiteit: Иван идёт в университет. Het enige wat nodig is om van dat bericht een vraag te maken is een vragende toon als je spreekt, en een vraagteken bij schrijven of tikken.
Made with PoppyGo